Artikel 23 - Roostervrije dagen (atv-dagen)
Lid 1
Roostervrije dagen zijn dagen waarop niet wordt gewerkt. De werkgever is verplicht gedurende de roostervrije dagen het loon door te betalen. De werknemer bouwt elke 4 weken één roostervrije dag op. Op jaarbasis betekent dit een opbouw van 13 dagen. Met dit aantal is de gemiddelde arbeidstijd per week 36 uur.
Lid 2
Werkgever en werknemer stellen in onderling overleg de roostervrije dagen schriftelijk vast.
Lid 3
De roostervrije dagen worden als volgt vastgesteld:
Roostervrije dagen | Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd | Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met overbrugging |
Opnameschema | Eén hele dag of 2 halve dagen per 4 weken | In de periode 15 november tot 1 april voorafgaand aan overbruggingsdagen |
Afwijking opnameschema | Schriftelijk in overleg met werknemer | In onderling overleg maximaal 5 dagen vaststellen in de periode 1 april tot 15 november (dit geldt niet als alle roostervrije dagen in geval van collectieve afspraken op bedrijfsniveau worden vastgesteld) |
De overbruggingsregeling is te vinden in Artikel 32 en bijlage VI.
Lid 4
Als de werknemer op een schriftelijk vastgestelde roostervrije dag arbeidsongeschikt
is wegens ziekte of zwangerschaps- en bevallingsverlof, vervalt het recht op deze roostervrije dag.
Lid 5
Tijdens arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof of verlof in het kader van de levensloopregeling worden geen roostervrije dagen opgebouwd.
Lid 6
Roostervrije dagen die in het voorgaande kalenderjaar zijn opgebouwd en op 1 april van het volgende kalenderjaar niet zijn opgenomen, worden in geld afgerekend. Dit gebeurt op basis van 130% van het feitelijke loon. Voor de werknemer met een arbeidsovereenkomst met overbrugging geldt deze uitbetaling niet voor de dagen die in onderling overleg zijn vastgesteld in de periode 1 april tot 15 november. Zie ook Artikel 23 Lid 3.
Lid 7
Indien op verzoek van de werknemer en met instemming van de werkgever uitbetaling van opgebouwde atv-dagen gedurende het jaar plaatsvindt, moeten de dagen minimaal per kwartaal worden uitbetaald tegen 130% van het feitelijk loon.